dinsdag 9 oktober 2012

Blik op oneindig

Regendruppels dansen langs het raam naar beneden. Het regent al de hele dag. Verschrikkelijk vind ik het als ik een dag niet naar buiten kan en moet wachten op wat de volgende dag mij brengt. Bezoek heb ik nog niet gehad, maar ik verwacht nog wel iemand. Deze dag is anders dan alle andere dagen, er gaat een naar gevoel door me heen. Vandaag is het precies drie jaar geleden. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren.

Met het pistool nog recht naar voren gericht bekijk ik het lichaam dat levenloos in de hoek tegen de keukenkastjes aanligt. Eén schot in zijn rechter bovenbeen en de ander in zijn borstkas. Er vloeit nog bloed uit beide wonden en verspreid zich steeds verder over de vloer. Zijn armen slap langs zijn romp en het hoofd naar beneden gevallen. Ik neem zijn gedaante in me op en deins een stap achteruit. Geschrokken laat ik het wapen los en hoor het op de stenen vloer vallen. Mijn ogen volgen het geluid tot aan mijn voeten en vinden automatisch hun weg terug naar het bloedbad dat ik heb aangericht. Een vlaag van besef bereikt mijn hersenen en ik stort in elkaar op de grond tegen de keukendeur aan. Ik voel de kou van de grond door mijn hele leef trekken en barst in tranen uit. Mijn hoofd laat ik in mijn handen vallen en begin snikkend tegen mezelf te mompelen.
‘Wat heb ik gedaan?’
‘Wat moet ik nou doen?’
Mijn tranen raken maar niet op. Een uur lang blijf ik zo zitten en hoop ik dat dit allemaal niet gebeurd is, maar als ik opkijk weet ik zeker dat ik niet droom. Zijn handen en gezicht bleek en onbewogen. Zenuwachtig heen en weer schommelend probeer ik de antwoorden op mijn vragen te vinden, maar niets schiet me te binnen.

Ik hijs mezelf overeind en loop naar de keukentafel waar ik mijn tas ondersteboven kieper. Twijfelend graai ik mijn telefoon er tussenuit. Met mijn blik gefocust op het lijk hoor ik de telefoon overgaan, maar het gebonk van mijn hart overheerst. Er wordt niet opgenomen. Gespannen begin ik heen en weer te lopen. De stilte in huis beangstigd me. Ik adem een paar keer diep in en uit in de hoop kalmer te worden en bel nogmaals hetzelfde nummer. Des te langer ik de toon hoor overgaan des te gefrustreerder ik raak. Opnieuw geen gehoor. Ik gooi de telefoon door de kamer heen terwijl ik het uitschreeuw van frustratie. De tranen springen in mijn ogen en de twijfel slaat toe.

Ik weet wat ik moet doen, maar ik kan het niet. Minutenlang staar ik uit het keukenraam naar buiten. Een paar keer vang ik mijn blik vol ongeloof en wanhoop op in de weerspiegeling. Ik sluit mijn ogen en laat de gedachte om mezelf aan te geven opnemen in mijn lichaam. Verslagen draai ik me om, pak de telefoon op van de grond en begin met trillende vingers het nummer in te tikken. 1-1-2. Ik hoor de telefoon twee keer overgegaan als er wordt opgenomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Yeah, nog een ongezouten mening..kom maar op!