dinsdag 11 december 2012

Taaie stof om in te bijten

“Ik neem aan dat dit geen probleem voor je is.”
“Nee meneer Verstege, ik zal er voor zorgen dat ik er ben”, antwoord ik gehoorzaam
Hij staat op en reikt met zijn hand naar zijn broekzak. Hij trekt zijn portemonnee tevoorschijn en komt vanachter zijn bureau naar me toegelopen. Afwachtend om wat hij gaat doen bekijk ik zijn handelingen. Zijn handen glijden over de pasjes heen. Eén voor één trekt hij ze omhoog. Bij de vierde houdt hij zijn creditcard vast en steekt deze naar mij uit.
“3677, Koop er maar iets moois van. En vergeet niet de afspraak van morgenavond te bevestigen bij Mr. Sachs persoonlijk”
Ik kijk hem aan. De woorden bereiken mij, maar dringen niet tot me door. Het lukt me niet mijn gedachten vol vragen en ongeloof uit te zetten. Woorden die ik beter niet in mijn mond kan nemen om zijn verzoek af te wimpelen liggen op de rand van mijn lippen, maar blijven binnen de lijnen. Ik voel me vreemd, licht en bewegelijk. Ik kijk naast me en zie mijn lichaam verstijft en uitdrukkingsloos tegenover meneer Verstege staan. Ik hoor de woorden die hij wil horen uit mijn mond glijden en zie toe hoe hij deze ontvangt. Tevreden kijkt hij mij aan en knijpt me zachtjes in mijn beide bovenarmen. Zijn aanraking  brengt me terug in het gesprek en verteld mij dat ik het juiste heb gedaan.
“Zo mag ik het horen.”, laat hij me weten.
Hij draait zich om en gaat weer achter zijn bureau zitten. Onderzoekend kijkt hij mij aan alsof ik een schilderij ben dat net nieuw aan de muur hangt. Ik hoor zijn hersenen een lijstje doornemen zoekend naar iets wat hij niet had mogen vergeten. Hij wrijft zijn handen over zijn voorhoofd en gebaart dan dat hij het weer weet.
“Eva, zou je er voor willen zorgen dat er een bos van vijftig rode rozen naar mijn vrouw wordt gestuurd, vanmiddag nog?”
“Natuurlijk meneer Verstege, ik ga er meteen achteraan.”
“Het is onze achttiende trouwdag vandaag. Wie had dat gedacht.”
“Gefeliciteerd!” Ik knik beleefd en wacht rustig af of hij nog iets van mij nodig heeft, maar zijn blik vertelt me dat ik zijn kantoor kan verlaten. Zodra ik mij omdraai voel ik zijn ogen elke voetstap volgen tot ik de ruimte heb verlaten. Zachtjes trek ik de glazendeur achter me dicht en slaak een diepe zucht.

“Eva, gaat alles goed?”
Ik kijk op en zie Thomas mij recht in mijn ogen aankijken.
“Ja hoor Thomas, dankjewel. De maandag is altijd weer even inkomen”, reageer ik verward.
“Was het weer zo een weekend?”, zegt hij hoofdschuddend terwijl hij me met zijn sprankelende ogen prikkelt. Al het bloed stroomt naar mijn hersenen en ik voel mijn gezicht rood worden. Hij moest eens weten dat ik in mijn eentje op de bank heb gezeten het hele weekend, alleen de deur uit ben gegaan om boodschappen te doen en me in die twee dagen maar één keer gedoucht heb.
“Nee hoor, dat valt heel erg mee”, antwoord ik verlegen.
“Goed dan, wat zijn je plannen voor morgenavond? We gaan met Jessica, Robin en Daniel cocktails drinken bij Harry’s. Ga je mee?’
“Ja leuk, ik ga mee. Gaan we meteen door vanuit werk?

Nog voordat hij mij kan antwoorden verstoort het geluid van de telefoon ons gesprek.
“Meneer Verstege, wat kan ik voor u doen?”
“Eva, Ik heb net Mr. Sachs aan de telefoon gehad. Hij vertelde mij dat er een reservering is gemaakt op zijn naam in hotel De L’Europe. Hij verwacht je daar morgen om half negen stipt in de bar. Zorg dat je er op je best uitziet. En dan nog één ander klein dingetje, mocht ik erachter komen dat je dit met iemand, wie dan ook, bespreekt gaat je leven er heel anders uitzien dan je voor jezelf had uitgestippeld. Dit is ons geheim. Begrijpen wij elkaar?”
Mijn droge mond beweegt niet. Ik draai me om naar zijn kantoor waar zijn gemene houding mijn blik beet heeft. Mijn hart slaat een aantal slagen over. Ik voel zijn ogen branden en de tranen in mijn ooghoeken opzetten. Hij staat op, loopt voorlangs zijn bureau, gaat op de rand ervan zitten en slaat zijn voeten nonchalant over elkaar heen. Hij pakt zijn sigaar in zijn rechterhand en steekt deze op. Ik zie hem diep inhaleren en een grote grijze rookwolk uitblazen. Zodra zijn gezicht weer tevoorschijn komt is zijn strenge blik verandert in een gemene grijns.
“Begrijpen wij elkaar Eva?”
Nog steeds is mijn mond kurkdroog en staan mijn tranen op uitbarsten. Ik open mijn mond, maar er komt geen geluid uit. Met grote ogen blijf ik hem aankijken en knik naar hem.
“Mooi”
Geschrokken trek ik mijn gezicht weer in zijn natuurlijke vorm, bevochtig mijn mond en draai mijn stoel terug naar Thomas die nog steeds voorovergebogen op mijn bureau leunt.
“Sorry daarvoor. Trouwens, ik was vergeten dat ik had beloofd mijn moeder morgen te helpen met haar nieuwe internetaansluiting. Volgende keer ga ik mee, is dat goed?
“Ja dat is goed.”
Het blijft stil. Hij probeert zo hard als hij kan mijn gedachten te lezen. Zijn gezicht schuin naar links en zijn wenkbrauwen vragend.
Weet je zeker dat alles goed met je gaat?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Yeah, nog een ongezouten mening..kom maar op!