Het
duurt even voordat ik mezelf overeind krijg en uit bed stap. Wanneer ik de
woonkamer inloop negeer ik de opgestapelde verhuisdozen. Het huis voelt kil en
eenzaam aan. Ik sleep mezelf naar de vensterbank, ga erop zitten en dwing
mezelf naar buiten te kijken. Het is een grauwe en regenachtige dag in oktober. De bomen vergezellen elkaar in de golven van de
wind. In de lucht een v-vlucht van vogels die de weerstand van de luchtstroom tegemoet
vliegen. Ik volg ze tot aan aan de rand van de horizon. Een oud stel komt de hoek omgelopen. Hand in hand zetten ze in hun
eigen tempo het verloop van de ochtendwandeling voort. Weer of geen weer. Ze
passeren een lachend stel kinderen dat niet genoeg kan krijgen van de regen. Het
is bijna frustrerend hoeveel plezier zij hebben terwijl ik ook maar enig gevoel
van vreugde mis. En dan dringt het langzaam tot me door, langzaam maar toch
snel genoeg dat de rillingen over mijn al koude lijf trekken. Overal waar ik
kijk bruist het van de liefde en saamhorigheid. Zelfs op een grauwe en natte
oktober ochtend als deze. En nog steeds zit ik hier helemaal alleen. Wachtend
op een windvlaag die mij weer tot leven brengt. Wachtend op diegene die mij
weer vreugde doet voelen. Diegene die met mij meereist tot aan de horizon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Yeah, nog een ongezouten mening..kom maar op!